Peter-Paul van Nunen 'Doe mee aan het bevolkingsonderzoek'

Doe mee aan het bevolkingsonderzoek darmkanker

Toen Peter-Paul van Nunen (62) de herinneringsbrief voor het bevolkingsonderzoek voor dikkedarmkanker in zijn brievenbus kreeg, besloot hij toch maar te gaan. Dat was maar goed ook. “Het bevolkingsonderzoek heeft misschien wel mijn leven gered.”

Peter-Paul kwam voor het bevolkingsonderzoek in het ETZ. Daar kreeg hij een coloscopie, een kijkonderzoek van de dikke darm. In zijn darmen werd een poliep gevonden. Een poliep is een woekering van slijmvlies van de dikke darm. 5 tot 20 procent van de mensen boven de vijftig jaar heeft poliepen. Het is maar zelden dat de poliepen kwaadaardige cellen (kanker) bevatten. Toch overkwam het Peter-Paul. Voor hem en zijn vrouw Ine was dat een enorme klap, omdat Peter-Paul net een paar jaar genezen was van lymfeklierkanker (non hodgkin). De poliep kan de MDL-arts gelukkig tijdens de coloscopie direct wegnemen.

[foto]

Zonder verwachtingen maar met spanning opent Peter-Paul eind oktober de uitslag van de test. Wat blijkt; er is bloed gevonden bij de ontlasting. “Heel vaak betekent dat niks, hoorden we van veel kennissen”, zegt Ine, “maar toch ben je er niet gerust op.” Peter-Paul: “We hadden het hele traject van chemo- en immunotherapie al eens meegemaakt in 2014 en 2015. Per toeval kwamen we toen erachter dat ik lymfeklierkanker had. De huisarts dacht destijds aan een liesbreuk. Ook toen voelde ik me niet ziek. Over deze uitslag was ik sceptisch en cynisch. Toen ik de brief binnenkreeg, ben ik dus meteen naar boven gegaan, heb een bad genomen en ben de slaapkamer niet meer uitgekomen. De herinneringen kwamen in alle heftigheid direct terug.”

Uitslag

Als Peter-Paul en Ine op het spreekuur komen, horen ze dat de weggenomen poliep uit de darm helaas kwaadaardig is. Hij krijgt aanvullende onderzoeken, waaronder een CT-scan, om zeker te weten dat er geen uitzaaiingen zijn. Peter-Paul: “Dat is een heel rare gewaarwording. Ine en ik zagen de lijdensweg al weer voor ons. De dagen voor de definitieve uitslag waren dan ook zenuwslopend.”

Sneltrein

Dan gaat de medische molen draaien. Zoals Peter-Paul beschrijft, werd destijds ‘in sneltreinvaart’ het medische traject in gang gezet; afspraken met de regieverpleegkundige, de apotheek en de MDL-arts. De voorlichtingsfilmpjes over het onderzoek naar darmkanker vindt Peter-Paul professioneel opgezet. “Ik heb enorm veel bewondering voor het hele proces, dat staat als een huis. De samenwerking met alle disciplines in het ziekenhuis is voor mij als patiënt buitengewoon.” Achter de schermen bespreekt de MDL-arts alle uitslagen in het team van specialisten (zoals de radioloog en chirurg).

Snel geholpen

Na een week krijgt Peter-Paul de verlossende diagnose: het was darmkanker, maar de vroegste vorm. Omdat het zo’n vroege vorm betreft, zijn er gelukkig geen aanvullende behandelingen nodig. De kans dat er uitzaaiingen zijn (of komen) is bij deze vroege tumoren heel erg klein. Dat betekent dat Peter-Paul de komende jaren alleen met enige regelmaat een coloscopie krijgt om zeker te weten dat er geen nieuwe poliepen in de darm groeien. “Mijn arts zei: ‘We zijn er snel bij’. Jij bent voor ons een voorbeeld dat het bevolkingsonderzoek belangrijk is.”

MijnETZ

Peter-Paul had zich van tevoren voorbereid op de afspraak door in patiëntenportaal MijnETZ de uitslag te bekijken. “Normaal ben ik nooit van het googelen, maar toen wel. Ik was dus enigszins voorbereid op de afspraak, maar het blijft zenuwslopend.”

Balans

Ine toont twee foto’s van Peter-Paul op haar mobiele telefoon; één met een flinke bos haar, de ander waar hij doodziek op de bank ligt. “Het klinkt raar, maar het is fijn om deze foto’s terug te zien. Het herinnert ons aan een heftige periode, maar die we wel hebben doorstaan. Het heeft ook wat opgeleverd.” Ine grinnikt: “Peter-Paul is veel geduldiger geworden. We zijn ons meer bewust van elk moment.”

Peter-Paul: “Eén ding heb ik geleerd; in het leven bestaan geen zekerheden. Het is de balans vinden en leven in het nu. Mindfulness. Ik ben twee keer door het oog van de naald gekropen. Dankzij het bevolkingsonderzoek leef ik nog! Ik kan dus iedereen aanbevelen om zich te laten testen.”

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Alle mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar krijgen iedere twee jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. Meedoen is gratis en vrijwillig. Er wordt gekeken of er bloed in de ontlasting (poep) zit. Bloed is niet altijd met het blote oog zichtbaar. Daarom wordt een klein beetje ontlasting onderzocht in een laboratorium. Bloedsporen kunnen wijzen op darmkanker, maar ook een andere oorzaak hebben. Zijn er bloedsporen gevonden, dan krijg je een uitnodiging voor het vervolgonderzoek, een kijkonderzoek van de dikke darm (coloscopie).

Met het bevolkingsonderzoek kan dikkedarmkanker worden voorkomen of in een vroegtijdig stadium worden ontdekt en behandeld. Als darmkanker vroeg wordt ontdekt, is de kans op genezing groter en de behandeling minder zwaar. Naar schatting voortkomt het bevolkingsonderzoek jaarlijks ongeveer 1.400 sterfgevallen aan darmkanker.

Bron: www.rivm.nl

In Nederland hebben we een goed functionerend bevolkingsonderzoek voor de vroege opsporing van darmkanker. Helaas komt het ook voor dat iemand bij klachten (bijvoorbeeld bloedverlies, gewichtsverlies, buikklachten of een veranderd stoelgangpatroon) ging afwachten totdat hij kon meedoen aan het bevolkingsonderzoek of bij een negatieve (dus gunstige) uitslag van het bevolkingsonderzoek niet naar een dokter ging.

Chirurg David Zimmerman: “Als er niets uit het bevolkingsonderzoek komt, betekent dat niet dat er niets aan de hand is. Het bevolkingsonderzoek bekijkt alleen maar of er oud bloed in de ontlasting zit. Als dat niet zo is, maar je hebt wel klachten (zeker als je ouder dan 50 bent) moet nader onderzoek gedaan worden. Dus als je klachten hebt: wacht niet af! Ga naar de dokter. Hoe vroeger we er bij zijn, hoe beter darmkanker te behandelen is!”