Stel je voor: een verder gezonde patiënt komt op de polikliniek met een versleten heup, knie of schouder. Als orthopedisch chirurg bied je een keuze uit het behandelarsenaal. Het idee is dat je ‘samen beslist’. Maar komen de verwachtingen van de behandeling wel overeen? En is alle informatie goed gedeeld? Dat onderzoeken het ETZ en Tilburg University samen in ‘Mind the gap’.
“De ‘gap’ zit in de verwachtingen die niet overeenkomen”, licht orthopedisch chirurg Taco Gosens toe. “Als arts weet je niet altijd wat de patiënt verwacht, daar moet je naar vragen. Soms zijn de verwachtingen niet reëel, je kunt bijvoorbeeld niet voetballen met een nieuwe knie. Tegelijkertijd kan een operatie in sommige gevallen wél zinvol zijn terwijl je dat zelf niet verwacht. Denk aan een chronisch zieke patiënt die dankzij een heupoperatie weer meer autonomie krijgt. Iedere patiënt is anders. Je moet niet alleen het boekje toepassen, maar ook kijken naar de eigenaar.”
Raak praten
Als je samen wil beslissen, moet je allebei over dezelfde informatie beschikken: is dit het geval? “Je hebt tien minuten om met een patiënt te praten. Dan hoop je in de die tijd alle informatie te verzamelen, raak te praten en teleurstellingen te voorkomen.”
Interventie
Het onderzoek bestaat uit drie fases. Brenda den Oudsten, universitair hoofddocent bij Tilburg University: “Ten eerste volgen we het gesprek tussen de orthopedisch chirurg en patiënt in de spreekkamer. Wat wordt er gezegd, maar ook: hoe? Eerder deden we soortgelijk onderzoek met behulp van vragenlijsten. Nu kiezen we bewust voor de inzet van geluid- en video-opnames om te kunnen analyseren wat de patiënt zegt en hoe dat de patiënt de boodschap brengt. In de tweede fase bespreken we de aanpak van het gesprek met de arts en kijken we met de patiënt terug hoe die het gesprek ervaren heeft. In de derde en laatste fase, brengt de arts aanbevelingen in de praktijk bij nieuwe patiënten. Het is dus meteen een soort interventie. We verwachten minimaal dertig gesprekken nodig te hebben en gaan door tot we ‘data saturatie’ hebben. Dat betekent dat je geen nieuwe informatie meer haalt uit gesprekken.”
Praktijk en methodologie
De samenwerking gaat al vijftien jaar terug. “Taco is belangrijk voor mij omdat hij alles van de praktijk weet en ik niet”, schetst Den Oudsten. “En ik mis methodologische kennis”, reageert hij. “Die experts zitten bij de universiteit. Tilburg heeft een departement Medische en Klinische Psychologie met expertise op onder meer het gebied van kwaliteit van leven. Daar moet je je voordeel mee doen als ziekenhuis.”
Geen gesprekken
Het onderzoek heeft een tijdlang stil gestaan vanwege de coronamaatregelen. Gosens: “Ik deed geen spreekuren en geplande operaties meer, dus er waren geen gesprekken om vast te leggen. In de tussentijd hebben we wel de administratieve en juridische zaken afgehandeld.”
Kwaliteit van zorg
Waarom vinden de twee het belangrijk om dit onderwerp te onderzoeken? “Om de kwaliteit van zorg te verbeteren”, antwoordt Gosens. “Het domein van een arts is van oudsher fysiek. Maar als je samen wil beslissen, is het goed om meer aspecten te bekijken.” Den Oudsten legt uit: “Kwaliteit van leven vindt plaats op vier domeinen: fysiek, psychisch, sociaal en omgeving. Een besluit tot een operatie raakt meerdere vlakken, die moet je allemaal meenemen in de besluitvorming.”
De onderzoekers | ||
---|---|---|
Taco Gosens | Brenda den Oudsten |