Laatste update 05 mei 2024
Hoektanden met weinig ruimte
De hoektanden in de boven- of onderkaak zijn grote tanden waarbij vaak in het gebit te weinig ruimte is om deze spontaan door te laten breken. De hoektand ontwikkelt zich dan meestal wel, maar ligt dan nog steeds hoog in de kaak.
Ingesloten hoektanden worden vooral in de bovenkaak gezien, waarbij ze dan meestal aan de kant van het gehemelte liggen opgesloten. De orthodontist is de hoofdbehandelaar van ruimtegebrek in het gebit. Verwijzing voor vrijleggen van de hoektand(en) naar de MKA-chirurg vindt dan ook nagenoeg altijd door de orthodontist plaats.
Voorbereiding
Vooraf bespreekt de MKA-chirurg je medische voorgeschiedenis. We leggen vervolgens kort de operatie uit en bespreken de aan de ingreep verbonden risico’s. Bij twijfel over de ligging van de hoektand wordt vooraf aan de behandeling eerst een 3D-foto op de polikliniek gemaakt.
Behandeling
Er wordt met een dunne flexibele naald verdoving gegeven in de buurt van de vrij te leggen tand. Nadat de verdoving goed is ingewerkt, wordt eerst de werking voorzichtig getest.
Als de hoektand aan de gehemelte kant is gelegen, haalt de MKA-chirurg een klein stukje van het slijmvlies van het gehemelte weg. Soms moet dan nog wat bot worden weggenomen, maar vaak is de kroon van de hoektand dan al zichtbaar, waarna deze wordt vrijgemaakt.
Als de hoektand aan de wangkant is gelegen, wordt voorzichtig een flapje gemaakt waaronder de kroon van de hoektand te zien is. Die wordt vervolgens goed vrijgemaakt. Het flapje wordt daarna hoog ingehecht waardoor de kroon zichtbaar blijft.
Blokje
Vaak vraagt de verwijzer (vaak dus de orthodontist) om gelijk een blokje op de hoektand te plakken waarmee de hoektand later met een beugel in de goede positie gemanoeuvreerd kan worden.
Aan het blokje wordt meestal een kettinkje of staaldraadje vastgemaakt zodat de orthodontist hiermee later verder kan. Vaak wordt dit met een oplosbare hechting even aan het tandvlees vastgemaakt.
Ook kan, als wondverband, een kauwgomachtig materiaal in de wond gedrukt worden. Hierdoor blijft de wond open, zodat het haakje vrij blijft voor verdere behandeling door de orthodontist. Soms vallen de wondverbandjes spontaan uit de wond. Je kunt dan, ter vervanging, suikervrije kauwgom gebruiken.
Na de behandeling
De verdoving is na twee tot vier uur uitgewerkt. Het is normaal dat de volgende verschijnselen zich voordoen:
- zwelling van het gelaat;
- napijn;
- enige temperatuurverhoging;
- wat nabloeden: het speeksel kan de eerste dag na de ingreep nog wat rood zijn.
De klachten zijn het hevigst twee tot drie dagen na de dag van behandeling. Daarna treedt geleidelijk verbetering op.
Wondverzorging
De mond schoonhouden is erg belangrijk. Je kunt je tanden met een zachte tandenborstel gewoon poetsen. Aanvullend spoel je met lauw zout water (een flinke theelepel zout oplossen in een glas lauw water). Maak de mond schoon na alle maaltijden én ’s avonds voordat je gaat slapen. Vaak krijg je een recept mee voor een mondspoeling.
Roken
De eerste vijf dagen na de behandeling mag je niet roken. Roken heeft een nadelige invloed op de wondgenezing.
Pijnbestrijding
Heeft de MKA-chirurg geen andere pijnstiller voorgeschreven, dan kun je bij pijn een tablet Paracetamol innemen. Gebruik geen Aspirine®, want deze geven een grotere kans op nabloeding.
Neem de pijnstiller voordat de verdoving volledig is uitgewerkt, bijvoorbeeld direct bij thuiskomst.
Zwelling
Om zwelling te voorkomen, koel je de wang met een plastic zakje met ijs of met een koelelement in een washandje. Je koelt de wang vanaf de eerste dag, drie keer per dag gedurende 20 minuten. Koelen doe je meteen de eerste dag, daarna heeft het nauwelijks tot geen effect meer.
Eten
Misschien kun je de eerste dag(en) na de behandeling moeilijker eten. Dan kun je vloeibaar eten gebruiken tot de verdoving is uitgewerkt. Het is beter om de eerste dagen geen warme dranken te gebruiken omdat de wond hierdoor weer zou kunnen gaan bloeden. Ook het eten van heel pittig gekruide gerechten raden wij af net als ‘hard’ eten zoals stokbrood, chips en appels.
Complicaties
Na de behandeling kan een nabloeding optreden. Als dat gebeurt, vouw dan een verbandgaas dubbel of een zakdoek en leg deze op de operatiewond. Druk gedurende 30 minuten stevig aan. Helpt dat niet, neem dan contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
Neem ook contact op met de polikliniek bij een van de volgende situaties:
- de klachten nemen na twee of drie dagen toe;
- de zwelling neemt niet af;
- je krijgt koorts boven de 38,5°C;
- je maakt je zorgen.
Meer informatie
Meer informatie over het specialisme Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie.