Ziekte van Bowen

Snel naar

Laatste update 05 mei 2024

De ziekte van Bowen (Morbus Bowen) is huidkanker in de oppervlakkige lagen van de huid. Wanneer het vele jaren blijft bestaan is er een kans dat de ziekte van Bowen doorgroeit naar de diepere huiddelen. Dan is het een echt plaveiselcelcarcinoom geworden.

Hoe ziet de ziekte van Bowen eruit?

De ziekte van Bowen ziet eruit als een schilferende rode vlek. Het wordt vaak aangezien als een eczeemplek. Ook kan het lijken op een oppervlakkig groeiend basaalcelcarcinoom. Het wordt meestal gezien op huiddelen welke regelmatig aan zonlicht blootgesteld zijn.

Diagnose

De diagnose wordt meestal door de dermatoloog op de uitwendige kenmerken gesteld. Soms kan er bij twijfel een klein stukje weefsel onder plaatselijke verdoving worden weggenomen. In het laboratorium wordt met een microscopisch onderzoek de diagnose bevestigd.

Behandeling

Het oppervlakkige plaveiselcelcarcinoom (ziekte van Bowen) kan op meerdere manieren worden behandeld. De behandeling kan bestaan uit operatieve verwijdering, bevriezing met vloeibare stikstof of behandeling met een crème die een celdelingremmend geneesmiddel bevat.

Ook kan het oppervlakkige plaveiselcelcarcinoom worden behandeld door het weg te krabben (curettage) en de oppervlakkige wond vervolgens dicht te schroeien.

Een nieuwe en effectieve behandeling is de photodynamische therapie. Daarbij wordt de afwijking eerst plaatselijk behandeld met een lichtgevoelige stof, die vooral in de carcinoomcellen wordt opgenomen. Enkele uren later wordt de afwijking belicht met een intensieve lichtbron, waardoor de carcinoomcellen worden vernietigd.

Vooruitzichten

De vooruitzichten van het oppervlakkige plaveiselcelcarcinoom (ziekte van Bowen) zijn zeer gunstig. Deze vorm veroorzaakt vrijwel nooit ernstige gezondheidsproblemen. Langdurige controle na behandeling is dan ook niet nodig.