Topspecialistische Zorg en Onderzoek

Nieuwe lokalisatiemethoden cognitieve functies

Topspecialistische Zorg en Onderzoek

Nieuwe methoden om cognitieve functies vooraf en tijdens een hersenoperatie te lokaliseren

“Welke nieuwe MRI-technieken en wiskundige methoden zijn er om de cognitieve functies (zoals geheugen en concentratie) te bepalen? En hoe kunnen we deze gebruiken om cognitieve problemen bij patiënten met een glioom na operatie te verminderen?”

Topspecialistische Zorg en Onderzoek

Cognitie is het vermogen om na te denken, beslissingen te nemen en plannen uit te voeren. Cognitieve problemen ontstaan doordat bijvoorbeeld het denken traag gaat, of er problemen zijn met geheugen, concentratie of aandacht. Het cognitief functioneren van hersentumorpatiënten blijkt bij patiënten met een glioom zowel vóór als na operatie vaak verminderd te zijn.

Nieuwe lokalisatiemethoden cognitieve functies

Nieuwe lokalisatiemethoden cognitieve functies

Doel onderzoek

In dit onderzoek ontwikkelen we nieuwe technieken die de kans op cognitieve problemen na operatie verminderen.

Hoe? Behandelmethoden naast elkaar leggen

Vóór de operatie

De eerste methode wordt toegepast vóór de operatie. De hersenen vormen een complex netwerk van onderling verbonden hersengebieden. Dit netwerk is bij iedere patiënt anders. Met informatie uit MRI-scans maken we een model van de hersenverbindingen in de patiënt. Deze resultaten vergelijken we met de resultaten van neuropsychologische testen, om te onderzoeken zoeken hoe kenmerken van het (hersen)netwerk en het cognitief functioneren samenhangen.

In een volgende stap bootsen we de operatie na in de computer (een simulatie). Hierbij onderzoeken we wat er met het complexe netwerk gebeurt wanneer we stapsgewijs steeds meer van de tumor weghalen. Dit geeft een schatting van hoeveel tumorweefsel weggehaald kan worden zonder dat dit ten koste gaat van de cognitieve functies van de patiënt.

Dit onderzoek heeft tot doel om veilige tumorgrenzen vast te stellen met behulp van een ‘risicokaart’, die gebruikt kan worden in het gesprek tussen arts en patiënt over het verwachte resultaat en de risico’s van de operatie.

Tijdens de operatie

De tweede methode wordt toegepast tijdens een wakkere hersenoperatie. Samen met ziekenhuizen uit Utrecht en Parijs onderzoeken we hoe we tijdens een operatie het beste de cognitieve functies van de patiënt kunnen volgen. Een belangrijk doel is om een aantal testen te ontwikkelen die de patiënt tijdens de operatie kan uitvoeren (onder leiding van een psycholoog).

Door tijdens deze testen de hersenen elektrisch te prikkelen, verkrijgen we informatie over gebieden en verbindingen in de hersenen die van essentieel belang zijn voor het denkvermogen van de patiënt. Dit gebruiken we om op een veilige manier tumorgrenzen vast te stellen tijdens de operatie.

Achtergrond

Een glioom is een zeldzame hersentumor die groeit vanuit de steuncellen van de hersenen. Gliomen zijn meestal kwaadaardig. Een operatie is vaak de beste eerste stap in de behandeling. Doel van de operatie is om zoveel mogelijk tumorweefsel weg te halen, omdat dit leidt tot een langere overleving. De moeilijkheid hierbij is dat er geen scherpe grens is tussen de tumor en de gezonde hersenen. Daarnaast kunnen er zich rondom, of zelfs in de tumor, onmisbare functies bevinden voor beweging, spraak of denkvermogen. Er moet dus bij iedere patiënt een afweging worden gemaakt tussen enerzijds zoveel mogelijk weghalen van tumorweefsel en anderzijds een zo veilig mogelijke operatie.

Projectleiders

Wouter De Baene (TiU), Geert-Jan Rutten, Margriet Sitskoorn (TiU), Karin Gehring, Luc Florack (TUe), Remco van der Hofstad (TUe)
PhD studenten: Maud Landers, Lars Smolders