De bloedwaarden van mensen met een chronische ziekte worden regelmatig gecontroleerd. Iedere maand, ieder kwartaal of ieder half jaar is het tijd voor een nieuwe afname. Stel dat hoe vaak je bloed moet afnemen beter afgestemd kan worden op de patiënt. Dat je toekomstige bloedwaarden kunt voorspellen en eerder kunt ingrijpen bij mogelijke, toekomstige afwijkende waarden. Of dat mogelijk is, onderzoeken het ETZ en Tilburg University samen binnen We Care.
Het Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium (KCHL) van het ETZ onderzoekt de bloedwaarden van patiënten in het ziekenhuis en van zo’n tweehonderd huisartsen in Tilburg en omgeving. Sinds januari 2022 wordt onderzocht of op basis van bestaande data van zeven jaar, het mogelijk is om te voorspellen wat de eerstvolgende bloedwaarde is van Hemoglobine: de waarde waarmee bloedarmoede kan worden geduid.
Remco van Horssen is klinisch chemicus. “Een bloedwaarde als Hemoglobine verandert vaak langzaam. Daarom is het een geschikte waarde om in ons onderzoek te gebruiken. Wat is voor een patiënt een normale waarde? Dat verschilt: de ene persoon heeft standaard een wat lagere waarde, terwijl bij de ander een daling die binnen de referentiewaarden valt van wat gezond is, eigenlijk alarmerend kan zijn. Zie je daar een trend in? Met als voordeel dat je al voordat er klachten ontstaan maatregelen of advies kunt geven?”
Complexe data
Onderzoeker Maurits Kaptein van Tilburg University begeleidt promovenda Maliheh Namazkhan bij het analyseren van de data, het kiezen van de juiste voorspellingsmodellen en het uitvoeren van de data-analyse. Dat is nog niet zo gemakkelijk. “De data die we nu hebben, zijn met verschillende medische doelen verzameld. Het complexe is dat er bloedafnamen zijn gedaan bij mensen op diverse momenten, met verschillende intervallen en frequenties en om diverse redenen.
Hoe structureer je dat zodat je een juiste voorspelling kunt doen? Niet alles is terug te vinden in de dataset. Is iemand met medicijnen gestart? Of is er sprake van erfelijke belasting? Die context ontbreekt én is privacygevoelig.”
Voorspellen wat gebeurd is
Inmiddels zijn de eerste voorspellingen gedaan. Kaptein: “We kijken naar de vraag of we kunnen voorspellen wat al gebeurd is. Dus, stel je haalt de laatste twee observaties uit de dataset; kun je die dan goed voorspellen? Het blijkt dat dat mogelijk is in 85 tot 90 procent van de gevallen. Dat is prettig, maar eigenlijk ben je meer geïnteresseerd in de gevallen die buiten die marge vallen. Hoe haal je die afwijkende bloedwaarden eruit? En welke kenmerken geven daar meer risico op? Denk aan leeftijd, geslacht en andere achtergrondkenmerken. Dan kunnen we voorspellen wie buiten de gangbare groep valt.”
Meer data beschikbaar
“Tot nu toe is alleen data over bloedarmoede beschikbaar”, vult Van Horssen aan. “We hopen binnenkort een bredere dataset te kunnen onderzoeken met een looptijd van tien jaar en bloedwaarden als nierfunctie en diabetes. Beide waarden fluctueren net als die van bloedarmoede vaak langzaam.” Ondertussen wil hij ook in de praktijk testen hoe nauwkeurig de voorspelling is. “Dat onderzoek willen we bij een huisartsenpraktijk doen, naast het reguliere zorgpad dat patiënten doorlopen. Een patiënt gaat dus nog gewoon naar de bloedafname. Daarna toetsen wij of de nieuwe waarde overeenkomt met de voorspelling.”
Toekomst
Het huidige onderzoek duurt in totaal twee jaar. Kaptein: “Het is een stapje in de richting naar het daadwerkelijk in de praktijk brengen van dit soort voorspellende modellen. Maar op dit moment onderzoeken we vooral of het überhaupt mogelijk is om dat nauwkeurig te doen. Het is in de toekomst ook de vraag wat de patiënt wil. Kan en wil die erop vertrouwen dat de voorspellingen van de datamodellen kloppen en bijvoorbeeld minder bloedafname voldoende is? Dat is een onderwerp om in de toekomst uit te zoeken.”
Goede samenwerking
Kaptein en Van Horssen ontmoetten elkaar tijdens een ontmoetingsavond van We Care in het ETZ. Samen vroegen ze een We Care-beurs aan. De samenwerking verloopt vanwege coronamaatregelen en de woonplaats van Maliheh – in Duitsland – voornamelijk online. Van Horssen: “Daar leent dit project zich prima voor. Al heeft Maliheh wel een keer het lab gezocht.” Kaptein: “Dat is belangrijk, je moet begrijpen waar de data vandaan komen, in welke context die worden verzameld.”
De twee zijn tevreden over de samenwerking en vullen elkaar goed aan. Kaptein: “Remco draagt inhoudelijk bij, hij weet welke waarden normaal zijn en wanneer data bijvoorbeeld niet kunnen kloppen, wij hebben de kennis hoe we de data kunnen interpreteren. Beide heb je nodig.”
De onderzoekers | ||
---|---|---|
Remco van Horssen | Maurits Kaptein | Maliheh Namazkhan |