Prikangst? Misschien helpt een app je ermee om te gaan
Een grote, lange naald. Gaat je hart al wat sneller kloppen en begin je te zweten bij het idee alleen? Zo’n 35 procent van de Nederlanders is bang voor naalden, 53 procent van hen stelt een bezoek aan een arts uit en 40 procent weigert weleens een behandeling vanwege de angst. Een reëel probleem, maar wat doe je eraan? “Voorkom dat mensen in een negatieve spiraal komen.”
Aan het woord is onderzoeker Elisabeth Huis in ’t Veld van Tilburg University. Haar interesse in het onderwerp werd gewekt toen een donateur van bloedbank Sanquin flauwviel. “De donorassistente reageerde rustig en geroutineerd, omdat zoals ze aangaf ‘het vaker voorkwam’. Het gekke was dat het meisje dat flauwviel dit zelf niet voelde aankomen. Het overkwam haar. Toch gaf haar lichaam subtiele signalen af; je kunt bleek en stil worden, of juist druk worden en rode wangen krijgen. Daar heb je geen controle over; je brein reageert in een vecht-, vlucht- of bevriesreactie. Het is belangrijk om die reactie te voorkomen. Want wanneer iemand eenmaal zo angstig is, helpt praten of afleiden niet meer. Bovendien weten we uit onderzoek dat mensen die een eerste negatieve ervaring hebben gehad met prikangst, vaak in een negatieve spiraal terechtkomen. Dat wil je voorkomen.”
Biofeedback
Huis in ’t Veld kreeg een NWO Veni-beurs voor haar onderzoek FAINT (FAcial INfrared Thermal imaging in the prevention of needle induced fainting). Ze verzamelde data over prikangst en ontwikkelde een algoritme dat subtiele veranderingen in het gezicht waarneemt. “Dat algoritme is getest en accuraat”, licht ze toe. Wat kun je ermee in de praktijk? “We hebben een app ontwikkeld die de gebruiker registreert via de camera van de telefoon tijdens het spelen van een spel. Door warmte en kleurverandering in het gezicht te herkennen, ziet de app wanneer iemand de eerste tekenen van prikangst vertoont. Tegelijkertijd speelt iemand het – vernieuwde – spel. Daarin lanceert de gebruiker een gordeldiertje over heuvels. Wanneer iemand een angstige reactie start, gaat het sneeuwen of regenen. Het is aan de gebruiker om ervoor te zorgen de angst de baas te worden en de zon weer te laten schijnen. Hoe, dat verschilt voor iedereen. Je kunt een mindfulnessoefening doen, ademhalen of iets anders. Juist doordat je die biofeedback krijgt – het slechte weer – kun je er zelf iets aan doen én krijg je inzicht in wat voor jou werkt.”
Prikangst tegengaan
De grote vraag is nu; wérkt de app AINAR ook? Dat wordt onderzocht binnen samenwerkingsverband We Care. Neurochirurg Bachtiar Burhani kreeg lucht we van het onderzoek en contacteerde Huis in ’t Veld. “Er is een grote behoefte aan het verminderen van prikangst. Voor de verpleegkundigen, de zorg in het algemeen – gemiddeld duurt het twintig minuten langer om iemand te prikken, als het al lukt – én voor de patiënt. Die heeft een zeer negatieve ervaring en last van stress. Als neurochirurg voer ik lumbaalpuncties uit en leg ik drains aan, de angst voor naalden veroorzaakt soms dramatische ervaringen. Ik hoop dat dit onderzoek bijdraagt aan het tegengaan daarvan.”
Het onderzoek
Vanwege coronamaatregelen en het regelen van diverse administratieve zaken laat de start van het onderzoek op zich wachten. Huis in ‘t Veld: “Wanneer het zover is, bevragen we met de hulp van vragenlijsten patiënten, donorassistenten en verpleegkundigen over hun bevindingen met de app. Dat doen we via een randomised controlled trial; een groep krijgt de app mét biofeedback en een groep zonder. Zo krijgen we inzicht in het effect van het geven van biofeedback. We weten uit bestaand onderzoek al dat afleiding alleen onvoldoende is om angst tegen te gaan. We voeren het onderzoek uit op de afdeling Neurochirurgie van het ETZ, bij bloedbanken Sanquin en Saltro en bij een tandarts. Ons doel is om zo’n tweehonderd respondenten mee te laten doen in het onderzoek.”
Verschillende werelden
De lijnen tussen het ETZ en Tilburg University zijn kort. Burhani: “We spreken elkaar regelmatig om alle randvoorwaarden af te stemmen. Wij zijn de praktijk, de werkvloer. Het is interessant om samen te werken met de universiteit omdat het twee hele verschillende werelden zijn en we van elkaar leren. Die verbinding is mooi.” Huis in ’t Veld knikt: “De zorg is zo complex. Ik kan wel een leuke oplossing in een achterkamertje verzinnen, maar ik maak liever een app die écht werkt in de praktijk. Zo vinden de donorassistenten van Sanquin het belangrijk om de gezichten van mensen te kunnen zien, waardoor een VR-oplossing afviel. Ik heb het meeste geleerd van het luisteren naar de zorgmedewerkers.”
Patiënt de regie
“Ik hoop dat het lukt om patiënten straks te overtuigen van het nut van het gebruik van de app”, zegt Burhani. “Je bent geen watje als je angstig bent, het is een fysiologische reactie van het lichaam. Het is juist belangrijk om het signaal goed op te pakken. In bredere zin is het een interessant wetenschappelijk onderwerp; wat doet stress met patiënten?” Huis in ‘t Veld: “Het mooie van deze app is dat we de regie teruggeven aan de patiënten zelf. Zij hebben zelf de controle in handen om hun lichaam en reactie in de gaten te houden en te ontdekken hoe zij er zelf iets aan kunnen doen.”
De onderzoekers | ||
---|---|---|
Bachtiar Burhani | Peter van Dun | Elisabeth Huis in ’t Veld |